Hoe kan kennis beschermd worden?

In het artikel van vorige week is reeds ingegaan op het belang van kennismanagement. Iedere onderneming die wil overleven zou met kennismanagement moeten beginnen. Hierbij is het ten eerste nodig om de aanwezige kennis in kaart te brengen – lees hiervoor het artikel over kennismanagement. Daarnaast moet er bekeken worden hoe de aanwezige kennis beschermd kan worden. Welke bescherming nodig en mogelijk is, verschilt per stukje kennis. In dit artikel zullen de mogelijkheden die het intellectuele eigendomsrecht hiervoor geeft op een rijtje worden gezet. Een waarschuwing is echter op haar plaats: raadpleeg ook een informatica-specialist om te weten welke bescherming u kunt gebruiken, want dit artikel geeft slechts een overzicht van de mogelijkheden. Welke mogelijkheid passend is, verschilt per onderneming en per stukje kennis.

Het eerste recht dat behandeld zal worden is het auteursrecht – lees ook de informatie en de artikelen over het auteursrecht. Het grote voordeel van het auteursrecht is dat het niet aangevraagd hoeft te worden, maar van rechtswege verkregen wordt. Een auteursrecht wordt verkregen door het simpelweg scheppen van een werk van literatuur, wetenschap of kunst. Met andere woorden, als iemand een tekst schrijft, bijvoorbeeld dit artikel, krijgt de schrijver van dit werk in principe automatisch het auteursrecht. Er zijn enkele uitzonderingen in de wet. Onder deze uitzonderingen valt onder andere de werknemer die vanuit zijn functie een stuk schrijft. In dit geval gaat het auteursrecht meestal naar de werkgever. Er zijn nog meer soortgelijke uitzonderingen in het auteursrecht maar het gaat te ver om die in dit artikel te behandelen. Het auteursrecht geeft de rechthebbende de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de exploitatie van zijn werk. Dit klinkt lastiger dan het is. Het komt er eigenlijk op neer dat hij kan bepalen wie zijn werk openbaar mag maken en wie (en hoeveel) kopieën ervan mag maken. Verder heeft iedere maker persoonlijkheidsrechten. De inhoud van deze rechten zijn te ingewikkeld om hier verder te behandelen. De duur van het auteursrecht is tot 70 jaar na het overlijden van de maker. Hiermee is het recht niet oneindig, maar het is wel een zeer lang geldend recht. Hiermee is het één van de langste intellectuele eigendomsrechten die onze wet kent.

Het tweede recht dat van rechtswege ontstaat en dat als beschermingsbasis van bepaalde kennis gebruikt kan worden, is het databankenrecht – zie ook de informatie over het databankrecht. Zoals de naam al doet vermoeden is het onderwerp van dit recht een databank. Net als bij het auteursrecht wordt het recht verkregen door het ontwerpen of samenstellen van een databank op een bepaald gebied. Het databankrecht is een soort verlengde van het auteursrecht. Niet zo zeer qua rechten, maar het is wel een uitbreiding omtrent de onderwerpen van de rechten. De bescherming van het databankenrecht is echter minder omvattend dan bij het auteursrecht het geval is. Met een databankrecht kan de rechthebbende zich verzetten tegen het zonder toestemming opvragen en hergebruiken van substantiële delen van zijn databank. De rechthebbende is in het geval van het databankrecht degene die het financiële risico voor de ontwikkeling van de databank draagt, dus degene die de investeringen doet voor de databank.

Het octrooirecht – zie ook de informatie en de artikelen over het octrooirecht – is het derde recht dat gebruikt kan worden voor de bescherming van kennis. Dit recht is een verder strekkend recht dan het auteursrecht, maar het is ook duurder om te verkrijgen en van kortere duur. Een octrooirecht kan verkregen worden op een uitvinding. In artikel 1 van de rijksoctrooiwet staat dat een octrooi verkregen kan worden op een uitvinding die nieuw is, op uitvinderswerkzaamheid berust en toegepast kan worden op het gebied van de nijverheid. Hiermee worden gelijk de voorwaarden geschapen waaronder dit recht verkregen kan worden. De moeilijkste van deze voorwaarden is het begrip “berustend op uitvinderswerkzaamheid”. Dit betekent dat de uitvinding een niet te voor de hand liggende oplossing mag bieden. Het moet voor een vakman duidelijk zijn dat het een uitvinding is en dat deze een nieuwe oplossing biedt. Ook moet het in onze Nederlandse wet gaan om een uitvinding op het gebied van de nijverheid. Dit is momenteel niet meer in alle landen het geval. In de VS bijvoorbeeld wordt gekeken naar de mogelijkheid om een octrooirecht op software te vestigen. In Europa is dit nog niet mogelijk. De verwachting is echter wel dat dit nog gaat veranderen. Op welke termijn is niet helemaal duidelijk.

Een octrooirecht moet aangevraagd worden. Het octrooirecht geldt alleen in het land waarin het is aangevraagd. Als het octrooi in veel landen geldig moet zijn, gaan er een hele hoop kosten gepaard met de vestiging. Het is daarom niet zinvol om een octrooirecht te vestigen in een land waar je het niet wilt gaan gebruiken. Dit kost alleen maar geld en brengt niets op. Het aanvragen van een octrooi doe je bij het landelijke octrooibureau. De regels en voorschriften voor het aanvragen zijn niet in alle landen hetzelfde, maar komen in grote lijnen wel overeen. Wat kun je nu precies met een octrooirecht? Als je een octrooirecht hebt op een bepaalde uitvinding krijg je een monopolie op de exploitatie van dit werk. Dit is vergaand recht in onze huidige maatschappij. Meestal bevorderen we de vrije marktwerking en de vrije concurrentie, maar niet als het gaat om het octrooirecht.

Er zijn verschillende redenen waarom het octrooirecht in veel landen is ingevoerd. Het doen van een uitvinding is meestal niet iets wat je even tussendoor in je vrije tijd doet. Aan het doen van een uitvinding gaat vaak een heel onderzoekstraject vooraf. Als je daarna geen middelen zou hebben om je uitvinding te beschermen is de kans aanwezig dat je al dit werk niet zou hebben gedaan. Ook zijn de kosten die met zo’n onderzoekstraject gepaard gaan meestal niet gering. Dit kan ook een reden zijn waarom veel regeringen bang waren dat de bedrijven niet voldoende onderzoek zouden laten doen als ze daarna de uitkomst van het onderzoek niet konden beschermen. Als laatste is het lang niet altijd zeker dat er zinvolle resultaten uit een onderzoekstraject gehaald worden. Al deze redenen hebben bijgedragen aan het invoeren van het octrooirecht en ook aan de exclusieve bescherming die een octrooirecht geeft. Omdat het octrooirecht een zoveel omvattend recht is, is het niet een eeuwigdurend recht. Een octrooirecht kun je voor maximaal 20 jaar vestigen. Een nadeel van het vestigingen van een octrooirecht is dat alles (productiewijze en vooral het nieuwe eraan) openbaar gemaakt wordt zodra het recht is toegekend. De aanvragen zijn openbaar en ook de specificaties van de verleende octrooien worden door de verschillende octrooibureaus openbaar gemaakt.

De meest voor de hand liggende intellectuele eigendomsrechten die gebruikt kunnen worden voor het beschermen van kennis, zijn de hierboven genoemde drie rechten. Er zijn echter meer intellectuele eigendomsrechten die hiervoor geschikt zijn. Voorbeelden hiervan zijn de naburige rechten, het merkenrecht, het portretrecht en het tekeningen- en modellenrecht. Het voert te ver om al deze rechten in dit artikel te behandelen, u kunt meer informatie over deze rechten vinden via de pagina over de rechtsgebieden op deze website. Behalve het vestigen van een intellectueel eigendomsrecht ter bescherming tegen het onrechtmatige gebruik van kennis, zijn er natuurlijk ook andere manieren om kennis te beschermen. Ik doel hierbij op het geheimhouden van de kennis. Niet voor alle kennis is dit even zinvol. Soms kun je aan het uiterlijk of de inhoud alle inventieve dingen afleiden, maar onder andere bij recepten kan geheimhouding de beste en langste bescherming geven. In het artikel van volgende week kunt u meer lezen over de juridische interpretatiemogelijkheden van een contractsbepaling. De week erna zal deze reeks verder gaan met een artikel over de mogelijkheden die geheimhouding kan bieden en waar u in dat geval rekening mee moet houden.

Lees ook de andere artikelen van mr. Sophia Sipkens.