Welke verandering voert Facebook per 1 januari 2015 door?

Zoals Facebook reeds aan zijn gebruikers kenbaar heeft gemaakt, gelden per 1 januari 2015 aangepaste privacyvoorwaarden. Omdat deze nieuwe voorwaarden een verdergaande inbreuk maken op onze privacy dan de huidige, zou iedere Facebookgebruiker zichzelf de vraag moeten stellen: “Wil ik nog gebruikmaken van een medium met dergelijke privacyvoorwaarden?” Om deze vraag te kunnen beantwoorden, zullen in dit artikel de veranderingen worden besproken in vergelijking met de voorwaarden die tot 1 januari 2015 golden, zoals beschreven in het eerste artikel over Facebooks privacyvoorwaarden – zie dit artikel voor meer informatie.

Het bericht waarin Facebook zijn aanpassingen bekend maakte is niet onopgemerkt gebleven. In een reactie hierop heeft het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) – zie het artikel over de Wet bescherming persoonsgegevens – op 16 december laten weten een onderzoek in te stellen naar de vraag welke gevolgen deze nieuwe voorwaarden hebben voor de privacy van de gebruikers. Een dergelijk onderzoek zal enkele maanden in beslag nemen. Het CBP heeft Facebook daarom in een brief verzocht te wachten met het invoeren van de nieuwe voorwaarden tot de uitslag van het onderzoek bekend zal zijn. Facebook heeft echter laten weten hier niet op te willen wachten. Het woord is nu dan ook eerst aan de Facebookgebruikers zelf, die moeten beslissen wat zij belangrijker vinden: de mogelijkheden die het medium biedt of de inbreuk op hun privacy.

In 2013 haalde Facebook al een omzet van 6,99 miljard dollar uit advertenties. Met de aanpassingen van de privacyvoorwaarden zal dit nog veel meer worden. Tot nu toe verzamelde het sociale platform vooral gegevens over wie je bent, wie je kent en waar je van houdt. Vanaf nu zal men vooral meer gegevens verzamelen over wat je koopt. Dit wordt eenvoudiger doordat de nieuwe voorwaarden het mogelijk maken om locatiegegevens en betaalgegevens – zoals je bankrekeningnummer of je creditcardnummer – bij te houden. Daarnaast werkt Facebook samen met een groot aantal websites die zijn te herkennen aan de like-button van Facebook, of aan de mogelijkheid om met je Facebook-account in te loggen. Al deze gegevens worden gekoppeld aan het apparaat van de gebruikers via hun Mac-adres; een unieke code waardoor men iedere computer, tablet of smartphone kan herkennen. Erik Johnson (de baas van het nieuwe advertentieplatform van Facebook, Atlas) – zie voor meer informatie het eerste artikel over de privacyvoorwaarden van Facebook – zei begin november in Dublin: “Geef je in je winkel je mailadres, dan kunnen wij dat vastklinken aan je profiel. Zo zien we wat gebruikers online én offline doen.” Dit geeft goed weer waar Facebook zijn doelen op heeft gezet: het verzamelen van zoveel mogelijk relevante informatie van zijn gebruikers, zodat met nog meer relevante advertenties vervolgens nog weer grotere sommen geld worden verdiend.

Zelf is Facebook er heilig van overtuigd dat gebruikers helemaal geen probleem hebben met het feit dat het bedrijf zoveel gegevens bijhoudt en daarmee miljarden verdient, zolang zij er maar relevante advertenties voor terugkrijgen; een mening die veelvuldig wordt geventileerd door het management. Daarnaast zijn de privacyvoorwaarden zo verwoord dat het lijkt alsof de klant juist een grote dienst wordt bewezen. Facebook vertelt uitgebreid hoe je kunt voorkomen dat je berichten of events bij de verkeerde mensen terechtkomen. Men verzuimt echter te vermelden wat men zelf met alle informatie doet. In zijn communicatie wijst Facebook zijn gebruikers op alle mogelijkheden die de website biedt en hoe zij kunnen voorkomen dat de hele wereld meekijkt, maar van de bedreiging die het bedrijf zelf vormt voor hun privacy rept men uiteraard met geen woord.

Op 20 december stuurde de Global Chief Privacy Officer Erin Egan veel Facebookgebruikers een e-mail om hen op de hoogte te stellen van de wijzigingen in Facebooks beleid en informatieverstrekking. Deze e-mail is doordrenkt met goede bedoelingen en mededelingen dat dit allemaal zo wordt geregeld om de gebruiker in staat te stellen gebruik te maken van alle mogelijkheden die het sociale platform biedt. Daarnaast werkt men constant aan het optimaliseren van de Facebook-ervaring. Dit lijkt sympathiek, maar hiervoor moet wel een prijs worden betaald. In zijn e-mail schrijft Facebook bijvoorbeeld: “We experimenteren in enkele regio’s met de knop Kopen, waarmee mensen producten kunnen ontdekken en kopen zonder dat ze Facebook daarvoor hoeven af te sluiten. We werken ook aan nieuwe manieren om transacties nog gemakkelijker te maken.” Wat men niet vertelt, is dat Facebook daardoor je bankrekeningnummer kan achterhalen en zo al je online aankopen kan monitoren. Vervolgens kan men in een advertentie op de pagina van je vrienden vertellen dat jij dat bepaalde product hebt gekocht, in de hoop natuurlijk dat je vrienden dan hetzelfde zullen doen. Er gaat op dit moment een advies rond op Facebook om het platform te beperken in de hier genoemde mogelijkheden. Dit biedt een bescherming tegen het misbruik van je naam en foto bij advertenties voor je vrienden, maar verandert niets aan de informatie die Facebook van je bijhoudt. Deze informatie kan in een later stadium alsnog worden gebruikt en misschien wel misbruikt.

Resumerend: Facebook doet zich voor als een voorvechter van de privacy van zijn gebruikers en als een bedrijf dat alles in het werk stelt om hen te helpen. Men vertelt er niet bij dat al die extra diensten ook een keerzijde hebben voor de gebruikers. Wees je bewust van deze keerzijde en vraag je vooraf af waar jij je grens trekt. Houd voor ogen dat bij ieder gratis product (zoals aangeboden door de vele nevenbedrijven van Facebook) de gebruiker niet de klant, maar het product van de dienst is. Tot slot dient nog vermeld te worden dat ondanks dat Facebook zelf zegt nauw samen te werken met de privacy-toezichthouder in Ierland, dit niet wil zeggen dat zijn voorwaarden aan alle privacyregels voldoen. De privacyvoorwaarden voor een Duits Facebook-account zijn een stuk strikter dan de regels die het bedrijf al sinds een jaar in Nederland toepast.

Lees ook de andere artikelen van mr. Sophia Sipkens.