Waarover gaat de Telecommunicatiewet? (Deel 1)

Vorige weken kon u in verschillende artikelen lezen over radiopiraterij in het verleden en heden, en over de wetten die bij radiopiraterij van belang zijn. Hierbij kwam onder andere de Telecommunicatiewet voor. Deze wet is van belang voor allerlei juridische onderwerpen die met telecommunicatie te maken hebben. In dit artikel zal verder worden ingegaan op deze onderwerpen. Aangezien de Telecommunicatiewet een zeer groot aantal onderwerpen behandelt, zal deze wet in twee artikelen worden besproken.

De Telecommunicatiewet is vastgesteld op 19 oktober 1998. In de jaren ’90 is er een aantal Europese richtlijnen over frequentiegebruik vastgesteld. De Telecommunicatiewet strekt ter implementatie van deze richtlijnen. Hieronder vallen ook het legaal en illegaal gebruiken van de radiofrequenties op land evenals op de zee. De wet valt onder verantwoordelijkheid van de minister van Economische Zaken. In de wet worden twee toezichthoudende autoriteiten benoemd. Dit zijn het Agentschap Telecom – zie voor meer informatie het artikel hierover – en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) – zie het artikel over de Autoriteit Consument en Markt voor meer informatie. De ACM bevordert kansen en keuzes voor bedrijven en consumenten, kansen voor innovatie, nieuwe producten, diensten en bedrijven. De Autoriteit is een zelfstandig bestuursorgaan en hoort bij de Rijksoverheid, maar maakt geen deel uit van een ministerie. De Autoriteit houdt in de gaten wat er speelt bij consumenten en bedrijven, specifiek op het gebied van energie, telecommunicatie, vervoer en post.

Het belangrijkste deel van de Telecommunicatiewet wordt besteed aan bepalingen voor diegene die een openbaar elektronisch communicatienetwerk of een openbare elektronische communicatiedienst aanbiedt dan wel bijbehorende faciliteiten aanlegt of aanbiedt, met uitzondering van degene die een elektronische programmagids aanbiedt. Voordat men dit mag doen moet er melding van worden gedaan bij de ACM, die vervolgens ook een register bijhoudt van alle goedgekeurde registraties. Bij de verklaring van registratie wordt tevens vermeld welke geldende wettelijke bepalingen van toepassing zijn op de registraties inzake het medegebruik van antenne-opstelpunten, antennesystemen of antennes, de gedoogplicht voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels, eind- tot eindverbindingen, en toegang met betrekking tot aanbieders met aanmerkelijke marktmacht. De ACM onderzoekt eveneens hoe het staat met de concurrrentie op de markt voor radio en televisie via de ether en de kabel. Op deze markten vindt zij dat er tegenwoordig naast de bestaande wetten geen extra regels nodig zijn ter stimulering van concurrentie omdat deze voldoende gewaarborgd zou zijn.

Radio- en Televisiezenders verspreiden hun signalen via de ether en gebruiken daarvoor allemaal een andere frequentie. De regels met betrekking tot het toekennen, veilen en gebruik van deze frequenties wordt geregeld in de Telecommunicatiewet. De regels die betrekking hebben op het frequentiegebruik staan in hoofdstuk 3, hoewel het verbod met het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben of het gebruik van radiozendapparaten zonder vergunning in artikel 10.16 verwoord wordt. Het frequentieplan en de toegestane manieren om de frequenties te gebruiken staan dus in hoofdstuk 3. De regels rond frequentiegebruik worden gecontroleerd door het Agentschap Telecom – zie voor meer informatie het artikel over het Agentschap Telecom. Ook treedt het Agentschap op tegen radiopiraten -zie hiervoor de artikelen uit de radiopiraterij-reeks.

Ondanks alle nieuwe communicatievormen bellen mensen nog steeds veel met elkaar; via de vaste telefoon thuis of op het werk, of via de mobiele telefoon. Daarnaast bellen mensen via internet, bijvoorbeeld via Skype. ACM is opgericht om de concurrentie op telefonie te bewaken en waar nodig te stimuleren. Door concurrentie ontstaan keuzevrijheid en lage prijzen en komen er nieuwe diensten op de markt, hetgeen goed is voor de economie en de consument. Er is dan ook volop concurrentie op de consumentenmarkt voor vaste telefonie. KPN was op deze markt van oorsprong de enige aanbieder. De markt is opengebroken doordat de ACM ervoor zorgde dat ook andere bedrijven gebruik konden maken van het netwerk van KPN. Deze bedrijven bieden nu ook diensten aan consumenten aan. Op dit moment kunnen consumenten kiezen uit een groot aantal verschillende aanbieders. Zij hebben die keuze omdat de ACM verplichtingen heeft opgelegd aan KPN. Hierdoor is het aantal aanbieders veel groter dan zonder die verplichtingen. Bedrijven hebben vaak iets minder keuze voor hun vaste telefonie. Dit komt vooral doordat de kabelbedrijven niet op alle plaatsen een eigen netwerk hebben. Bij mobiele telefonie zijn er drie partijen met een eigen netwerk: KPN, Vodafone en T-Mobile. Deze drie bedrijven laten aanbieders gebruik maken van hun netwerk. Ook Tele2, Ziggo en UPC rollen momenteel hun eigen mobiele netwerken uit. De verplichtingen en regels rond de aanleg van netwerken (zowel via de ether als via kabels) zijn geregeld in de hoofdstukken 4 en 5.

Een ingewikkelde wet als de Telecommunicatiewet heeft alleen zin als de wet ook goed wordt gecontroleerd. In het juridische jargon wordt dit de handhaving van de wet genoemd. Om een goede handhaving te bevorderen wordt in de Telecommunicatiewet zelf een heel hoofdstuk besteed aan de handhaving en wel hoofdstuk 15. Hierin wordt geregeld welke mogelijkheden de toezichthoudende organisaties hebben en welke straffen zij mogen opleggen. De eerstgenoemde sanctie die beide toezichthoudende organisaties kunnen opleggen is een last onder bestuursdwang. Dit is een term uit het bestuursrecht. De toezichthouder heeft door deze bevoegdheid de mogelijkheid om een overtreder te verplichten binnen een bepaalde tijd het materieel te verwijderen waarmee de overtreding wordt gepleegd. Als de overtreder dit niet zelf doet, kan de toezichthouder dit laten doen en de rekening hiervoor laten betalen door de overtreder. Ook kan men de registratie van een aanbieder van openbare elektronische communicatienetwerken of -diensten intrekken in geval van ernstige of herhaaldelijke overtredingen van de wet. Daarnaast kunnen de beide organisaties een boete opleggen.

Resumerend: in de Telecommunicatiewet wordt een groot aantal onderwerpen behandeld die betrekking hebben op degene die een openbaar elektronisch communicatienetwerk of een openbare elektronische communicatiedienst aanbiedt dan wel bijbehorende faciliteiten aanlegt of aanbiedt. Daarnaast worden andere onderwerpen geregeld waaronder het frequentiegebruik, het nummerbeleid en de aanleg van netwerken en de handhaving van alle onderwerpen die in de wet geregeld worden. Een wet waarin zoveel onderwerpen geregeld worden als in de Telecommunicatiewet is niet in één artikel te behandelen. Volgende week zal in het vervolg worden ingegaan op spam, spyware, cookies, netneutraliteit en het vastleggen van telecomgegevens.

Lees ook de andere artikelen van mr. Sophia Sipkens.